Stichting LightRec is al jaren betrokken bij de Nederlandse inzameling van TL-buizen, spaar- en LED lampen en armaturen, zodat deze apart van elkaar en op een milieuverantwoorde manier worden gerecycled. Het initiatief van lichtproducenten en importeurs draagt hiermee bij aan de invulling van de wettelijke verplichting om als producent ook zorg te dragen voor het inzamelen van elektrische en elektronische apparatuur.
Gied van Hoorn: “Iedere lichtproducent moet 65% van hetgeen je in de laatste drie jaar hebt verkocht weer inzamelen. Dit is vastgesteld door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Stichting LightRec is daar middels de Algemeen Verbindend Verklaring jarenlang verantwoordelijk voor geweest. Inmiddels is deze overgedragen aan en werken we samen met Stichting OPEN aan het ophalen en recyclen van lampen uit de consumentenmarkt en het professionele circuit”.
De overgang van de producent verantwoordelijkheid van LightRec naar OPEN zorgt voor een nauwe samenwerking bij communicatie- en inzamelprojecten. De campagne ’Met LED kan het’ is daar een sprekend voorbeeld van. “Een ander mooi project is de Bakkie Award. Deze onderscheiding is in 2012 in het leven geroepen met financiële steun van Stichting LightRec. Namens de lichtproducenten en importeurs wordt de award jaarlijks toegekend aan bedrijven of gemeenten die zich positief onderscheiden op het gebied van inzameling van afgedankte lampen en armaturen”, aldus Van Hoorn.
Om de inzameling van e-waste te promoten bezoekt hij geregeld particuliere en professionele beurzen en focust hij op voorlichting. “Het is mijn taak om informatie over en weer uit te wisselen. Daarnaast garandeer ik dat producenten van verlichtingsproducten die deelnemer zijn van Stichting OPEN daar goed vertegenwoordigd zijn door onze stem te laten horen. Via EucoLight en LightingEurope als het gaat om wetgeving of circulariteits onderwerpen die in Brussel besloten worden”.
Zijn hoofddoel (het stimuleren van inzameling) neemt Van Hoorn uiterst serieus. Desondanks kijkt hij met enige buikpijn vooruit. Hij legt uit: “De vastgestelde 65% aan inzameling is voor conventionele lampen makkelijk te behalen. De levensduur van LED is echter veel langer. We weten nu nog niet hoe snel de inzameling hiervan de komende jaren zal verlopen. LED is een aantal jaren geleden pas geïntroduceerd en gaat al het goed is zo’n 20 jaar mee. Deze lampen en armaturen wil en kun je dus niet al na drie of vijf jaar al gaan inzamelen voor recycling. Het inzamelingspercentage van 65% is in Brussel vastgesteld voor alle elektrische apparaten. Samen met OPEN zijn wij bezig om de politiek ervan te overtuigen dat het gestelde criterium voor LED überhaupt niet haalbaar is”.
“De LED industrie wil niet gestraft worden voor het feit dat ze iets heel moois op de markt gezet heeft”, vervolgt Van Hoorn. “In vergelijking met veel consumentenproducten heeft LED een hele positieve levensduur ontwikkeling doorgaan. De lichtwereld draagt daarnaast enorm bij aan de benodigde energiebesparing. Er zullen dus andere meetmethodes moeten ontstaan om de recycling van LED producten alsnog goed te kunnen beoordelen. Stichting OPEN denkt daarbij aan een doelstelling op basis van “WEEE beschikbaar voor recycling”.
Over een alternatief heeft Van Hoorn uiteraard nagedacht. “Wat ik graag zou zien is dat er handhaving komt op de recycling van grote renovatie projecten. Door aan het begin van een project eerst datgene wat opgeruimd moet worden netjes te sorteren, maak je een groot verschil. Ga je (ver)bouwen of afbreken? Dan ben je verplicht om de lampen en armaturen apart te houden. Als we dat voor elkaar krijgen laten we als lichtwereld zien dat we samen zorgdragen voor een circulaire verlichtingsmarkt. Want één ding is mij al lang duidelijk: de lichtindustrie neemt haar verantwoordelijkheid”.